Het moerassige terrein werd gedraineerd. De grote vennen, zoals het Ringelsven, bleven bestaan om als koelreservoirs te kunnen dienen. Er werd een dijk aangelegd, waarop later de trein naar Budel-Schoot zou rijden. Ook werd een haven aangelegd, die gereed was in 1896. Smalspoorlijnen vormden de verbinding met het kanaal en het station in Budel-Schoot. Dit maakten het vervoer mogelijk van zowel producten als personeel. De wegen werden met de bij de zinkwinning vrijkomende zinkassen (sintels genoemd) verhard.
In december 1892 werkten er al 110 arbeiders in de snel opgetrokken fabriek.
Hierdoor moest er ook huisvesting en voorzieningen komen.
Een van de directeuren, Emile Dor tekende zelf het dorp. Het zgn. “Le projet de Dorplein“.